Wij, leerondersteuners, noemen ons zelf wel eens voorvechters van Inclusie. Op zo’n gedreven en gepassioneerde manier zelfs dat het woord Inclusie een hoofdletter verdient. Alsof we ridders van een orde zijn. De Ridders Van Inclusie.
Maar hoe vreemd is dat eigenlijk? Dat we als mensheid al meer dan 10 miljoen jaar deze aarde delen. Dat we rechtop zijn gaan lopen. Dat we leerden gereedschappen gebruiken. Dat we als mens evolueerden van kampvuur naar nu. Dat we democratie leerden kennen. Dat we ongelooflijke uitvindingen deden. Dat we zelfs buiten de atmosfeer raakten en de ruimte in gingen. Maar dat we er nog steeds niet in slagen om ieder van ons te omarmen in zijn eigen zijn.
Inclusie klinkt in de oren van sommigen zelfs als een lelijk woord. Overdreven. Terwijl het niet meer is dan iedereen te aanvaarden.
Als we als mensheid al miljoenen jaren bestaan, wil dat zeggen dat er al miljarden mensen gepasseerd zijn. Meer dan een miljard verschillende personen. Met elk hun eigen anders zijn. En toch merk ik als leerondersteuner dat het moeilijk blijft om iedereen op zo’n manier naar diversiteit te laten kijken dat het net een verrijking wordt. Hoe meer ‘andersjes’ er zijn, hoe rijker de wereld.
Wij, leerondersteuners, staan fier op de barricaden. Op een verbindende manier. Want ik ben ervan overtuigd dat onze ridders geen wapens nodig hebben, maar woorden. Woorden van een gemeenschappelijke taal die uitgedragen wordt en oogkleppen doen opengaan. Een taal van hoop. Een taal van vertrouwen. Samen met onze scholen kunnen wij dat!